'Straks zijn de buren boos omdat we zoveel herrie maken'

Ongerust-Piet

'Hé, pas op! Kijk nou eens wat je doet! Je loopt zomaar met die grote, lompe bootschoenen van je door mijn bloemenperkje.'
'Grote lompe bootschoenen? Pas op wat je zegt, want als ik boos word dan ben ik heel, heel, heel… boos!'
'En als ík boos word, dan ben ik… dan ben ik… dan ben ik nog veel bozer dan jij!'

Nou, nou, wat een herrie was dat in de tuin van Sinterklaas. Boot-Piet was de tuin ingekomen en had helemaal niet netjes over het tuinpad gelopen, maar hij was dwars over het grasveld en door het mooie bloemenperk naar het huis van Sinterklaas gegaan. Zijn voetstappen stonden nog in de aarde naast de rozenstruik en er waren ook een paar bloemen geknakt.
Groen-Piet stond de heg te knippen toen hij Boot-Piet aan zag komen banjeren en woedend had hij de heggenschaar neergelegd en was op Boot-Piet afgelopen.

Boot-Piet en Groen-Piet waren wel vaker aan het kibbelen. Sinterklaas zei dat dat kwam omdat Groen-Piet van de grond was en Boot-Piet van de zee. Groen-Piet deed altijd heel voorzichtig met de bloemetjes in de tuin, maar Boot-Piet was een hele andere Piet. Die deed niet zo voorzichtig. Het werken op Pakjesboot 12 ging helemaal anders. Op de boot moest Boot-Piet vuil en zwaar werk doen in de machinekamer. Hij moest ook het dek schrobben en hij kon heel hard roepen vanaf de boot naar de kade of naar een andere boot als ze op de zee waren. Nee, Boot-Piet had niet zoveel met tere bloemetjes. Maar dat was niet erg, want hij deed zijn werk heel goed. Net als Groen-Piet, die deed zijn werk ook heel goed. Ze waren alleen verschillend, dat was alles.

Boot-Piet was meestal aan het werk op de Pakjesboot 12. Daardoor zag je hem niet zo vaak bij het grote huis van Sinterklaas. Om bij de boot te komen moest je een weg aflopen. Het was dezelfde weg als naar het dorp. Je moest ongeveer vijf minuten wandelen en dan kwam je bij de haven waar alle boten lagen. Sinterklaas vond het stiekem wel fijn als Boot-Piet lekker aan het werk was op de pakjesboot. En als Groen-Piet dan lekker aan het werk was in de tuin, dan was iedereen tevreden. Maar nu kwam de sint op een holletje het huis uit. Ook de andere Pieten kwamen op het kabaal af.
'Zeg, wat is er aan de hand?' vroeg Sinterklaas. 'Hou eens op met dat gekibbel en ik wil al helemaal niet dat jullie tegen elkaar schreeuwen. Dat is niet netjes. Wat zullen de buren wel niet denken?'
'De buren?' Regel-Piet schoot in de lach. 'Die wonen een heel eind verderop. Maar dan echt een héél eind verderop. Die kunnen ons echt niet horen, hoor.'
'Nou, ik ben er niet zo zeker van,' zei Steljevoor-Piet. 'Stel je voor dat ze Groen-Piet en Boot-Piet wél kunnen horen. Stel je voor dat de buren dan ook boos worden. Stel je voor dat iedereen dan ruzie krijgt met elkaar. Stel je voor…'
'Ja, ja, ho maar weer,' zei Bak-Piet, die uit de keuken was gekomen om te kijken wat er aan de hand was. Hij stond juist deeg te kneden want hij ging een brood bakken. Op zijn wangen zat meel en ook op zijn handen en zijn schort.
'Ik vind het maar niks, zo'n ruzie,' zei Ongerust-Piet. 'Steljevoor-Piet heeft gelijk. Straks zijn de buren boos omdat we zoveel herrie maken en dan komen ze aan de deur om te mopperen en ik vind mopperen heel erg. Hé bah, nou ben ik weer helemaal ongerust.'

Boot-Piet haalde zijn schouders op. Al die andere Pieten vond hij maar zenuwachtige koekenbakkers. Hij werkte het liefst lekker alleen op de boot, maar ja, hij móest vandaag toch echt langskomen om iets te bespreken. 'Sinterklaas, ik kom even vertellen dat Pakjesboot 12 helemaal klaar is voor de reis naar Dubbeldam. Alles is keurig schoongemaakt aan boord. het dek is geschrobd met heel veel sop en in de slaaphutten van de Pieten is geen stofje te vinden. De bedden zijn opgeschud met schone lakens. De badkamers zijn brandschoon en het aanrecht in de keuken is als een spiegel. Je kunt er je haar in kammen. Dat moet je natuurlijk niet doen, want dat is niet fris in de keuken. 
'Nee, als je het maar uit je hoofd laat,' riep Bak-Piet. 'Je mag nooit je haren kammen in de keuken want dan kan er zomaar een haar in de soep terecht komen.'
'O, wat erg,' zei Ongerust-Piet. 'Daar wil ik niet aan denken, hoor. Daar word ik zo ongerust van.'

Sinterklaas was blij. 'Je brengt goed nieuws, Boot-Piet. Ik denk dat we zo langzamerhand onze koffers kunnen pakken en eten aan boord brengen voor als we op zee zitten. Het is nog een hele reis van Madrid naar Dubbeldam. Ieder jaar sta ik er weer van versteld hoe ver het is.'
'Maar Sinterklaas, hoe moet dat nou?' vroeg Regel-Piet. 'Ik heb nog niets gehoord van meneer Pel 't Lam van de supermarkt. Stel je voor dat we niet mogen slapen in de winkel van de Plus, waar moeten we dan heen? Ik vraag het u iedere dag en iedere dag zegt u dat het wel goed komt.'
'Het komt wel goed,' zei Sinterklaas.
'Maar mijn tuintje is helemaal vernield,' mopperde Groen-Piet nog even. 'Dat komt niet goed.'
'Dat valt wel mee,' vond de sint. 'Je overdrijft wel een beetje, Groen-Piet. Ik weet zeker dat Boot-Piet de volgende keer beter uitkijkt, nietwaar Boot-Piet?'
Boot-Piet keek verlegen naar de grond. 'Ik zal de volgende keer beter uitkijken,' mompelde hij. 'Maar ik heb géén grote lompe bootschoenen!'

Naar deel 5