'Er is gewoon nergens plek, Sinterklaas.'

Regel-Piet

Een huis in Dubbeldam voor Sinterklaas

Deel 1

Het was een warme dag in Madrid. Sinterklaas had het rustig aan gedaan. ’s Morgens had hij de post gelezen. Sinterklaas krijgt iedere dag heel veel brieven en die leest hij allemaal stuk voor stuk. Hij kent alle kinderen bij naam en weet precies waar ze wonen. Sommige kinderen sturen alleen een verlanglijstje op voor hun sinterklaascadeau. Andere kinderen sturen een brief met een verhaal. Bijvoorbeeld dat hun voetbalclub heeft gewonnen, of dat ze een mooi boek hebben gelezen, of dat de poes ziek is geweest.

Van al dat brieven lezen word je best moe en dus had de sint ’s middags siësta gehouden. Dat is een middagslaapje. Dat middagslaapje duurde niet lang, want al snel kwam Regel-Piet naar de schommelstoel van de sint gerend. 'Sinterklaas, Sinterklaas, het is niet gelukt!'
'Hè wat? Wie staat er gebukt?'
'Nee Sinterklaas. Het is niet gelukt! Het is nog steeds niet gelukt. Het is wéér niet gelukt!'
'Doe nou eens even rustig, Regel-Piet. Ik schrik me een hoedje. Net nu ik eventjes een klein middagdutje doe, sta jij hier naast mijn stoel te springen.'

Regel-Piet begon heen en weer te lopen voor de stoel van Sinterklaas. 'We kunnen niet naar Dubbeldam. Het gaat gewoon niet. Het lukt niet.'
'Niet naar Dubbeldam?' Sinterklaas was ineens helemaal wakker en ging rechtop in zijn schommelstoel zitten. 'Hoezo niet?'
'We kunnen nergens overnachten,' zei Regel-Piet. 'Ik heb alles geprobeerd, maar er is niet een huis vrij, ook geen kamers in een hotel, nergens niet, niks niet. Hoe moet dat nou? Ik ben bang dat u Dubbeldam dit jaar moet overslaan.'
'Geen sprake van,' zei Sinterklaas. 'We gaan hoe dan ook naar Dubbeldam. We kunnen de kinderen daar niet in de steek laten en ik vind het zelf ook veel te leuk om gezellig naar Dubbeldam te gaan. Dus je ziet maar hoe je het regelt, ik ga logeren in Dubbeldam en het maakt me niet uit bij wie.'

Regel-Piet liep nog steeds voor de stoel van de sint heen en weer. 'Er is gewoon nergens plek, Sinterklaas. Begrijpt u dat?'
'Hou eens op met dat heen en weer geloop,' mopperde Sinterklaas. 'Ik word er helemaal tureluurs van. Er komt best een oplossing. Desnoods gaan we bij de Plus slapen.'
'Bedoelt u de supermarkt?'
'Ja, die bedoel ik. Die aardige mijnheer Pel 't Lam heeft achter in de winkel vast wel een plekje. Of in de kantine. Als het maar niet in de koelcel is of bij de diepvries, hahaha. Nee hoor, we kunnen natuurlijk niet met ons hele hebben en houden tijdelijk in de Plus gaan wonen. Ik maakte maar een grapje. En laat me nu nog eventjes met rust, dan gaan we straks koffiedrinken met een stukje speculaas erbij.'
Regel-Piet liep terug naar het huis en vroeg in de keuken aan Bak-Piet of hij koffie wilde zetten en de speculaas tevoorschijn wilde halen. Zelf schoof Regel-piet een stoel bij aan de keukentafel. Hij moest denken aan het grapje dat Sinterklaas zojuist had gemaakt. Logeren in de Plus van mijnheer 't Lam. Misschien was dat wel een briljant idee?

Naar deel 2.